Begraafplaats Klooster De Goede Herder Larenstein, Laarweg 8, 6882 AA Velp
Begraafplaats:
Begraafplaats Klooster De Goede Herder Larenstein
Adres:
Laarweg 8
6882 AA Velp
Gemeente:
Rheden
Provincie:
Gelderland
Coördinaten:
51,992208 5,961479
Status:
Volledig (alle graven en personen ingevoerd)
Aantal graven:
294 Gravenlijst
Aantal personen:
294 Personenlijst
Meest voorkomende namen:
Berendsen (3x), Teunissen (2x), van Dijk (2x), Daniels (2x), de Berk (2x), Jansen (2x), Haak (2x), van Oostrom (2x), Meijer (2x), Mouton (2x)
Documenten
Luchtfoto Huize Larenstein met benaming.jpg (11-08-2024, 767 KB)
Algemene Informatie
Velp, Laarweg 10. Huize Larenstein, 1892-1974. Tehuis voor voogdijkinderen van 15-21 jaar.Velp, Laarweg 26. Sancta Maria (later: De Terp), 1932-1982. Tehuis voor werkende meisjes, overgangshuis (van gesticht naar maatschappij).
“De congregatie van de Zusters van O.L. Vrouw van Liefde van de Goede Herder (of kortweg: De Goede Herder) vindt zijn oorsprong in 1829, toen zuster Maria Euphrasia Pelletier van de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Liefde in Tours van de bisschop het verzoek kreeg een dochterklooster te Angers te stichtten. Het klooster, dat zij de “Goede Herder” noemde, was bedoeld om onfortuinlijke vrouwen en meisjes te helpen.
Klooster “De Goede Herder” was een groot succes en dochterstichtingen verspreidde zich snel over verschillende bisdommen. Om de eenheid en samenwerking tussen de verschillende instellingen te behouden, kreeg moeder Euphrasia in 1835 pauselijke toestemming tot oprichting van een generalaat, waarmee de “Zusters van O.L. Vrouw van Liefde van de Goede Herder in Angers” een zelfstandige congregatie onder de Regel van Augustinus werd.
In 1853 volgde de goedkeuring van de constituties door paus Gregorius XVI. De snelle groei van de congregatie zette zich voort. Bij het overlijden van moeder Euphrasia in 1868 waren er reeds meer dan honderd huizen van de Goede Herder, waar meer dan 2000 zusters werkten.
Op 30 maart 1860 vestigden de eerste Zusters van de Goede Herder zich op verzoek van mgr. F.J. van Vree aan de Hoge Rijndijk te Zoeterwoude. In 1879, 1892 en 1902 volgden kloosterinternaten in Haarlem, Velp en Tilburg. In 1910, bij het 50-jarig jubileum in Nederland, waren er 175 zusters, 340 ‘meisjes’ (ouder dan veertien jaar) en 235 jongere kinderen (ook wel “préservées” genoemd). De congregatie bouwde een reputatie op in de opvang van meisjes en werkt steeds nauwer samen met de overheid. Meisjes en jonge vrouwen kwamen via de voogdijraad, de politie of kerkelijke instanties bij instellingen van de Goede Herder terecht.
In de oorlog werden de internaten in Velp en Bloemendaal gevorderd door de Duitsers. In 1945 werd een groot deel van het complex in Velp verwoest. Na de oorlog werd het werk weer opgestart en werden te Leiden, Leiderdorp en Almelo tehuizen voor werkende meisjes geopend, onder de naam “Sancta Euphrasia”. Vanaf halverwege de jaren ’60 werd het internaatswerk wegens het gebrek aan roepingen ingekrompen.
In 2006 werd de Nederlandse Provincie officieel opgeheven en ging over naar een afzonderlijk huis, klooster Euphrasia, onder auspiciën van het generaal bestuur. Sinds 26 april 2012 maakt klooster Euphrasia deel uit van de BFMN-provincie (België, Frankrijk, Hongarije, Nederland). Daarmee kwam een einde aan 152 jaar zelfstandigheid en werd de bestuursverantwoordelijkheid overgedragen aan het provinciaal bestuur te Parijs.” (Archives Portal Europe.)
Rector Nierman beschrijft het tot stand komen van het klooster in Velp door drie zusters uit Zoeterwoude. Het duurde even voordat kinderen konden worden opgenomen, maar: “ toen eenmaal de deuren van den nieuwen schaapstal waren opengezet, kwamen de schaapjes van alle kanten binnen.
De ontwikkelingsgeschiedenis van Larenstein voor, tijdens en na de oorlog en de vele bouwactiviteiten staan met vele foto’s op de site https://www.rhedenopdekaart.nl. Eind jaren ’20 woonden op het landgoed 335 kinderen en 70 zusters.
Het oude klooster en de kapel werden in 1945 vernietigd. Direct na de oorlog werd begonnen met het herstel van het klooster en er kwam veel nieuwbouw, ondermeer een meisjesinternaat en een nieuwe kapel met mooie gebrandschilderde ramen die in 1959 door kardinaal Alfrink werd ingewijd.
Bij Documenten zijn de vele gebouwen van de inrichting in 1955 op een luchtfoto uit de collectie van het KDC benoemd. Ook het kloosterkerkhof met het kruisbeeld aan het einde van het middenpad is zichtbaar, maar verder zijn er geen kruizen aanwezig. Op 4 luchtfoto's (1944-1945, Gelders Archief), waar het kerkhof duidelijk op zichtbaar is, zijn evenmin strukturen van kruizen te zien.
In de zestiger jaren neemt het aantal meisjes af door een overgang van residentiele jeugdzorg naar het plaatsen van kinderen in pleeggezinnenen. Tenslotte werd het landgoed Larenstein met zijn gebouwen in 1973 verlaten en te koop gezet. Deze werden door de Bosbouwschool te Arnhem gekocht, behalve de Terp dat 15 jaar later werd overgenomen. De overgebleven zusters vertrokken naar Bloemendaal of Almelo. Het beeld van de Goede Herder werd in 1991 uit de binnenplaats van het Carré getakeld en naar het klooster in Bloemendaal verplaatst.
De Bosbouwschool werd later onderdeel van Hogeschool Van Hall Larenstein. De kloostergebouwen voldeden op den duur niet meer. Ze werden in 2011 gesloopt en door prachtige nieuwbouw vervangen. Zo werd klooster Larenstein tenslotte tot Kennislandgoed Larenstein waar Hogeschool Van Hall Larenstein, Helicon MBO Velp en Studio 26 (podium voor creatieve kunsten) zijn gevestigd en dat opengesteld is voor publiek. Van het klooster zijn alleen de nieuwe kapel, die als collegezaal fungeert, de Lourdesgrot en het kerkhof overgebleven. Het mooie orgel uit de kapel ging naar de Vrijgemaakt Gereformeerde kerk te Lisse.
In het Gelders Archief is een dodenlijst van het klooster bewaard gebleven die hier gepubliceerd wordt. Dit grafregister, verdeeld in zusters en verpleegden, is zeer nauwkeurig en geeft ook de gestichtsnamen van de doden. De eerste die begraven werd was zuster Theodora van der Veldt op 31 juli 1894, de laatste was zuster Adriana van der Kolk op 15 juni 1973. Over deze periode werden totaal 77 zusters en 216 verpleegden naar het kerkhof gebracht. De jongste dode was verpleegde Agatha van Oostrom van slechts 2 jaar, de oudste was zuster Johanna van der Heide die 93 werd.
Een aspect dat hier relevant is zijn de overlijdens op de internaten. Rector Nierman vermeldt dat in Zoeterwoude de eerste 50 jaar van het klooster 1380 meisjes werden verpleegd waarvan er 150 stierven (ruim 10%). In Velp verbleven tot 1910 879 verpleegden en uit de dodenlijst blijkt dat daarvan 57 gestorven zijn (ruim 6%), dat is beduidend minder dan in Zoeterwoude. We weten overigens niet hoeveel verpleegden gestorven zijn die elders begraven werden.
Over ziektes en doodsoorzaken wordt niets geschreven, alleen van één meisje in Zoeterwoude wordt gezegd dat ze aan de tering overleed. Maar uit het op dezelfde dag sterven van de zusjes van Dijk van 7 en 17 jaar moet worden afgeleid dat een meisje ook een eind aan haar leven kon maken.
Er wordt eenmaal een opmerking over hoogwater gemaakt. Het huidige nog bestaande kerkhof is verhoogd. De vraag is dus waar het oorspronkelijke kerkhof gelegen heeft, het meest waarschijnlijk is onder het huidige kerkhof. In Zoeterwoude werden verpleegden zonder kruis en anoniem begraven, dat zal in Velp niet anders geweest zijn. Waarom er alleen kruizen zonder namen staan, ongewoon voor graven van zusters bij de Goede Herder, is onbekend. Op rhedenopdekaart.nl is een aparte bijlage aan de begraafplaats gewijd. Daarin wordt de mogelijkheid genoemd dat de zusters bj de opheffing van het klooster de kruizen met namen hebben vewijderd omdat de begraafplaats bleef bestaan en openbaar werd.
Al sinds de autobiografische roman Zondaressen uit 1938 van Marie-Louise Doudart de la Grée stond het Spartaanse regime van de kloosters van de Goede Herder ter discussie, maar veranderingen kwamen langzaam en pas ver na de oorlog. In ‘Het Spoor terug’ is te horen dat een oud-pupil nog eens op Larenstein rondkijkt en na een bezoek aan het kerkhof tegen de receptioniste uitroept: ‘Gelukkig ze (de zusters) zijn allemaal dood!’. Recentelijk zijn op internet veel ervaringen van verpleegden gepost die soms echt traumatisch waren. Vooral de VPRO-serie van Britta Hosman heeft het verleden van de Goede Herder algemeen onder de aandacht gebracht. Christel Don laat in haar goed geschreven boek verpleegden en zusters vertellen over hun ervaringen en schetst een genuanceerd beeld waarin niet alles negatief is.
De congregatie heeft na allle ophef en een rechtszaak besloten om haar excuses aan te bieden voor het op haar kloosters veroorzaakte leed. Dit gebeurde op 10 december 2022, 5 jaar nadat de eerste vrouwen die zich slachtoffer voelden elkaar opzochten. De plaats was het kloosterkerkhof in Velp waar tegelijkertijd ook een monument werd onthuld waarop te lezen is: ‘Noem mij, bevestig mijn bestaan.’ Het excuus werd uitgesproken door zuster Lucie Kabaze, de overste van de Zusters van de Goede Herder uit Angers. Zij sprak de hoop uit, dat ‘het monument ons blijvend zal herinneren aan onze gezamenlijke missie om de rechten van vrouwen en meisjes te verdedigen en op te komen voor de meest kwetsbaren opdat niemand meer lijdt onder het pijnlijk verlies van vrijheid, familie, geluk en identiteit in hun jeugd of als volwassene’.
De in Velp overleden meisjes hebben op deze site nu hun naam die hen door een anoniem graf onthouden was.
Paul van Dijk
Bronnen:
- Archives Portal Europe - Archiefinventaris Zusters van de Goede Herder (Internet)
- P.J. Nierman, Rector - “De Goede Herder” 1960-1910
- rhedenopdekaart.nl/velp/landgoederen-en-buitenplaatsen/larenstein - HISTORIE EN WAARDESTELLING DUURZAAM KENNISLANDGOED LARENSTEIN TE VELP (2019)
- Marie-Louise Doudart de la Grée – Zondaressen (1938, Andries Blitz; 1947-1968, Bruna)
- Britta Hosman - Meisjes van de Goede Herder. VPRO-serie van 4 afleveringen
- Het Spoor terug, Larenstein deel 2 (VPRO) - Uitgezonden in OVT op 19 januari 2003
- Onthulling monument voor de meisjes van de Goede Herder (KMGH-website)
- 'Het leed raakt de zusters heel erg' (Verhaal over onthulling van het monument in Velp uit Nederlands Dagblad; knr website)
- Christel Don – De meisjes van De Goede Herder (Alfabet, 2024)
Luchtfoto Larenstein
Ansichtkaart van een luchtfoto uit 1955 van het kloostercomplex Larenstein uit het archief van KDC, Nijmegen. Zie ook deze foto met toegevoegde benamingen bij Documenten.
De benamingen en onderstaande tekst zijn afkomstig van een plaquette die bij de ingang van de begraafplaats is geplaatst:
"Vanaf de aankoop van het landgoed in 1892 door Stichting de Goede Herder is er voortvarend gebouwd aan het klooster. Men bouwde een rectorswoning, een nieuw huis, een neogotische kapel van St. Josef en een eigen dodenakker met naamloze kruizen. Vele nonnen, die hier soms wel 70 jaar hebben gewoond en gewerkt, liggen daar begraven.
De congregatie begint een internaat voor 'hulp aan meisjes en vrouwen in nood'. Vanaf 1911 komen er ook TBS-meisjes, in een aparte afdeling. Er is een wasruimte, een naaizaal, leslokalen, een bakkerij, een veeschuur, een arbeiderswoning en een kookschool. Het klooster krijgt religieuze voorrechten om processies te organiseren in de tuin en uitstallingen van de Allerheiligste te doen. In 1930 is de stichting volgroeid en zijn er 335 kinderen en 70 zusters. In 1935 wordt het internaat verder uitgebreid met een 'Carré' en een sportveld.
Vlakbij de begraafplaats aan de overkant van de beek is een Mariagrot gebouwd van verbrande stenen. Het bos eromheen noemt men daarom het Grotbos. Daarin hebben twee beelden gestaan van Maria en Bernadette. Aan de beek staat nog een Eendenhuisje. De oude begraafplaats is het meest tastbare overblijfsel van de nonnen, met aan de buitenkant een gedenksteen voor een moederoverste."
De naamloze kruizen klopt dus niet, deze werden pas bij het vertrek van de nonnen geplaatst.
Ansichtkaart van een luchtfoto uit 1955 van het kloostercomplex Larenstein uit het archief van KDC, Nijmegen. Zie ook deze foto met toegevoegde benamingen bij Documenten.
De benamingen en onderstaande tekst zijn afkomstig van een plaquette die bij de ingang van de begraafplaats is geplaatst:
"Vanaf de aankoop van het landgoed in 1892 door Stichting de Goede Herder is er voortvarend gebouwd aan het klooster. Men bouwde een rectorswoning, een nieuw huis, een neogotische kapel van St. Josef en een eigen dodenakker met naamloze kruizen. Vele nonnen, die hier soms wel 70 jaar hebben gewoond en gewerkt, liggen daar begraven.
De congregatie begint een internaat voor 'hulp aan meisjes en vrouwen in nood'. Vanaf 1911 komen er ook TBS-meisjes, in een aparte afdeling. Er is een wasruimte, een naaizaal, leslokalen, een bakkerij, een veeschuur, een arbeiderswoning en een kookschool. Het klooster krijgt religieuze voorrechten om processies te organiseren in de tuin en uitstallingen van de Allerheiligste te doen. In 1930 is de stichting volgroeid en zijn er 335 kinderen en 70 zusters. In 1935 wordt het internaat verder uitgebreid met een 'Carré' en een sportveld.
Vlakbij de begraafplaats aan de overkant van de beek is een Mariagrot gebouwd van verbrande stenen. Het bos eromheen noemt men daarom het Grotbos. Daarin hebben twee beelden gestaan van Maria en Bernadette. Aan de beek staat nog een Eendenhuisje. De oude begraafplaats is het meest tastbare overblijfsel van de nonnen, met aan de buitenkant een gedenksteen voor een moederoverste."
De naamloze kruizen klopt dus niet, deze werden pas bij het vertrek van de nonnen geplaatst.
Ansichtkaart Huize Larenstein Velp (G.)
Ansichtkaart uit het archief van KDC, Nijmegen. Afgebeeld zijn het beeld van De Goede Herder die zijn verloren schaap gevonden heeft, zijaanzicht van de nieuwe kapel, de kapelzaal van de zusters, en het landgoed zelf.
Ansichtkaart uit het archief van KDC, Nijmegen. Afgebeeld zijn het beeld van De Goede Herder die zijn verloren schaap gevonden heeft, zijaanzicht van de nieuwe kapel, de kapelzaal van de zusters, en het landgoed zelf.
Inzegening van het nieuw gebouwde Carré
Op 2 april 1938 werd door de Minister van Justitie Goseling in tegenwoordigheid van de Oud-Minister van Justitie en vele andere autoriteiten het nieuwe meisjesinternaat van Huize Larenstein geopend.
De Overste van de Nederlandse Provincie uit Zoeterwoude sprak de volgende woorden: "Het moreel-zwakke of misdadige kind vindt hier een geestelijk sanatorium waar de leiding, in één hand gehouden, gegrond op goedheid en rechtvaardigheid, haar tot inzicht brengt, van wat fout was in het verleden. Ons liefdewerk meent hier de geschikte godsdienstige en moreele hulpmiddelen te kunnen bieden tot versterking van den wil, verheffing van het zedelijk bewustzijn en opheffing uit minderwaardigheidsgevoelens en zedelijke ellenden. Een sfeer van huiselijkheid is aangebracht in de gestichtsverpleging".
De minister prees het werk van de Goede Herder en rechtvaardigde de steun van de overheid hierbij.
(Bron: Kerk, school en ziekenhuis 11-1938; Foto van de rondgang na de opening uit de Katholieke Illustratie. V.l.n.r. Minister van Justitie Mr. Goseling, aartsbisschop van Utrecht Mgr. de Jong, architect Cuypers (met baard) en achter hem de moederoverste Maria).
Op 2 april 1938 werd door de Minister van Justitie Goseling in tegenwoordigheid van de Oud-Minister van Justitie en vele andere autoriteiten het nieuwe meisjesinternaat van Huize Larenstein geopend.
De Overste van de Nederlandse Provincie uit Zoeterwoude sprak de volgende woorden: "Het moreel-zwakke of misdadige kind vindt hier een geestelijk sanatorium waar de leiding, in één hand gehouden, gegrond op goedheid en rechtvaardigheid, haar tot inzicht brengt, van wat fout was in het verleden. Ons liefdewerk meent hier de geschikte godsdienstige en moreele hulpmiddelen te kunnen bieden tot versterking van den wil, verheffing van het zedelijk bewustzijn en opheffing uit minderwaardigheidsgevoelens en zedelijke ellenden. Een sfeer van huiselijkheid is aangebracht in de gestichtsverpleging".
De minister prees het werk van de Goede Herder en rechtvaardigde de steun van de overheid hierbij.
(Bron: Kerk, school en ziekenhuis 11-1938; Foto van de rondgang na de opening uit de Katholieke Illustratie. V.l.n.r. Minister van Justitie Mr. Goseling, aartsbisschop van Utrecht Mgr. de Jong, architect Cuypers (met baard) en achter hem de moederoverste Maria).
Keuken van het Kinderhuis van Larenstein
Ongeveer 1938
Ongeveer 1938
De eetzaal in het nieuwe meisjesinternaat
Foto Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, St. Agatha (1938)
Foto Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven, St. Agatha (1938)
Luchtfoto Larenstein omstreeks 1990
In 1977 neemt de Bosbouwschool Arnhem het kloostercomplex over. Deze foto uit 1990 (Collectie Gelders Archief, foto Ad van Beurden) laat zien dat de nonnen op het laatst nog een en ander bijgebouwd hadden, o.a. een nieuwe kapel (geheel rechts) die bij de afbraak van het complex en nieuwbouw van de school in stand is gehouden.
In 1977 neemt de Bosbouwschool Arnhem het kloostercomplex over. Deze foto uit 1990 (Collectie Gelders Archief, foto Ad van Beurden) laat zien dat de nonnen op het laatst nog een en ander bijgebouwd hadden, o.a. een nieuwe kapel (geheel rechts) die bij de afbraak van het complex en nieuwbouw van de school in stand is gehouden.
Het grafregister van Larenstein
De begraafplaats is in 1894 geopend en omstreeks 1927 uitgebreid. Het Gelders Archief bezit een copie van het originele grafregister uit het Rectoraat van Larenstein dat hier nu gepubliceerd wordt. Het begraven van de verpleegden begon in de zuidoostelijke hoek met aflopende nummers vanaf 31, dat van de zusters in zuidwestelijke hoek met oplopende nummers vanaf 1. De zusters staan aan de voorzijde van het boek, de verpleegden aan de achterzijde. Alle gegevens van de doden zijn op Open Archieven gecontroleerd en daarbij bleek het register zeer nauwkeurig te zijn met slechts enkele foutjes.
Uit het register is te reconstrueren dat in de twee vakken van 10 m breed en 15 m lang, aan weerskanten van het 2,5 m brede middenpad, werd begraven in 8 rijen van 9 graven dwars op het pad, en met 2 kisten per graf. Zo is er plaats voor 144 doden. Het register telt tot 143 en gaat dan weer verder met een beperkt aantal grafnummers waar vanaf 1896 begonnen was. Deze zijn toen dus geruimd.
Dit register geeft ons de namen van de meisjes en zusters die op Larenstein gestorven en begraven zijn. Maar tot nu toe zijn degenen die na overlijden elders zijn begraven niet bekend.
De begraafplaats is in 1894 geopend en omstreeks 1927 uitgebreid. Het Gelders Archief bezit een copie van het originele grafregister uit het Rectoraat van Larenstein dat hier nu gepubliceerd wordt. Het begraven van de verpleegden begon in de zuidoostelijke hoek met aflopende nummers vanaf 31, dat van de zusters in zuidwestelijke hoek met oplopende nummers vanaf 1. De zusters staan aan de voorzijde van het boek, de verpleegden aan de achterzijde. Alle gegevens van de doden zijn op Open Archieven gecontroleerd en daarbij bleek het register zeer nauwkeurig te zijn met slechts enkele foutjes.
Uit het register is te reconstrueren dat in de twee vakken van 10 m breed en 15 m lang, aan weerskanten van het 2,5 m brede middenpad, werd begraven in 8 rijen van 9 graven dwars op het pad, en met 2 kisten per graf. Zo is er plaats voor 144 doden. Het register telt tot 143 en gaat dan weer verder met een beperkt aantal grafnummers waar vanaf 1896 begonnen was. Deze zijn toen dus geruimd.
Dit register geeft ons de namen van de meisjes en zusters die op Larenstein gestorven en begraven zijn. Maar tot nu toe zijn degenen die na overlijden elders zijn begraven niet bekend.
De zusjes Theodora en Remkje van Dijk
Wie de dodenlijst van verpleegden doorloopt doet een schokkende ontdekking. De zusjes Theodora en Remkje van Dijk zijn op dezelfde dag overleden, respectievelijk 17 en 7 jaar oud. Waarschijnlijk zal niemand ooit nog te weten komen wat er gebeurd is.
Wie de dodenlijst van verpleegden doorloopt doet een schokkende ontdekking. De zusjes Theodora en Remkje van Dijk zijn op dezelfde dag overleden, respectievelijk 17 en 7 jaar oud. Waarschijnlijk zal niemand ooit nog te weten komen wat er gebeurd is.
Het kerkhof na de overdracht
Tekst uit lourdesgrotten.com: "Ook is er een begraafplaats waar 55 nonnen anoniem begraven liggen. God weet toch wel wie heeft gezondigd en wie niet, een naam op het graf is dus niet nodig. De begraafplaats is opgehoogd op het landgoed, volgens de verhalen omdat de rivier IJssel nogal regelmatig buiten haar oevers trad en de stoffelijke resten van de nonnen, na hoogwater, verspreid over het landgoed werden teruggevonden. Maar de IJssel is voorzien van dijken rond 1250 en de eerste berichten van het klooster dateren uit 17de eeuw. Het is onwaarschijnlijk dat de IJssel toen nog zo ver buiten haar oevers trad dat het klooster en de begraafplaats hier hinder van ondervonden. Het klooster was een opvoedklooster voor jonge meisjes die ongehuwd zwanger waren of andere onzedelijkheden hebben gedaan. Veel meisjes zijn niet teruggekeerd in de maatschappij. Er zijn verhalen dat de ophoging van de begraafplaats een massagraf is van meisjes die zijn gestorven tijdens het opvoedkamp bij de nonnen, literatuur hiervoor ontbreekt."
Er staat wel degelijk in het grafregister een opmerking over hoogwater. Ook op internet schrijft oud-pupil uit Velp (1923-1927) Inez: "De school stond op een verhoging, rondom in weiland, dat in de winter vaak onder water stond..." Wel is het heel waarschijnlijk dat onder de ophoging oude graven liggen.
De huidige kruizen zijn naamloos en zijn er neergezet bij een herinrichting van de begraafplaats voor het vertrek van de nonnen. Ze hebben de 8 rijen gehandhaafd maar de 9x2 graven in iedere rij door 4 vakken met een kruis vertegenwoordigd. Waarschijnlijk liggen bij ieder kruis dus de resten van meerdere graven. Inmiddels zijn ook een aantal kruizen verdwenen. Aan het eind van het middenpad heeft een kruisbeeld gestaan. De tekst op de voet luidde: "Barmhartige Jesus, geef de geloovige zielen de eeuwige rust." Er lag wel een grafzerk (zonder graf) van Gestichtsoverste Stoffels in de buitenrand van de begraafplaats, maar deze is na 2019 verdwenen.
Tekst uit lourdesgrotten.com: "Ook is er een begraafplaats waar 55 nonnen anoniem begraven liggen. God weet toch wel wie heeft gezondigd en wie niet, een naam op het graf is dus niet nodig. De begraafplaats is opgehoogd op het landgoed, volgens de verhalen omdat de rivier IJssel nogal regelmatig buiten haar oevers trad en de stoffelijke resten van de nonnen, na hoogwater, verspreid over het landgoed werden teruggevonden. Maar de IJssel is voorzien van dijken rond 1250 en de eerste berichten van het klooster dateren uit 17de eeuw. Het is onwaarschijnlijk dat de IJssel toen nog zo ver buiten haar oevers trad dat het klooster en de begraafplaats hier hinder van ondervonden. Het klooster was een opvoedklooster voor jonge meisjes die ongehuwd zwanger waren of andere onzedelijkheden hebben gedaan. Veel meisjes zijn niet teruggekeerd in de maatschappij. Er zijn verhalen dat de ophoging van de begraafplaats een massagraf is van meisjes die zijn gestorven tijdens het opvoedkamp bij de nonnen, literatuur hiervoor ontbreekt."
Er staat wel degelijk in het grafregister een opmerking over hoogwater. Ook op internet schrijft oud-pupil uit Velp (1923-1927) Inez: "De school stond op een verhoging, rondom in weiland, dat in de winter vaak onder water stond..." Wel is het heel waarschijnlijk dat onder de ophoging oude graven liggen.
De huidige kruizen zijn naamloos en zijn er neergezet bij een herinrichting van de begraafplaats voor het vertrek van de nonnen. Ze hebben de 8 rijen gehandhaafd maar de 9x2 graven in iedere rij door 4 vakken met een kruis vertegenwoordigd. Waarschijnlijk liggen bij ieder kruis dus de resten van meerdere graven. Inmiddels zijn ook een aantal kruizen verdwenen. Aan het eind van het middenpad heeft een kruisbeeld gestaan. De tekst op de voet luidde: "Barmhartige Jesus, geef de geloovige zielen de eeuwige rust." Er lag wel een grafzerk (zonder graf) van Gestichtsoverste Stoffels in de buitenrand van de begraafplaats, maar deze is na 2019 verdwenen.
Monument op de begraafplaats
Op 10 december 2022 werd door Zuster Lucie Kabaze, overste van de Zusters van de Goede Herder uit Angers (Frankrijk), nogmaals ‘oprechte excuses’ aangeboden namens de laatste drie Nederlandse zusters en het bestuur dat in Frankrijk is gevestigd. Dit gebeurde bij de onthulling van een monument dat het leed van de 'meisjes van de Goede Herder' wil herinneren.
Op de voet van het monument staat: "NOEM MIJ - BEVESTIG MIJN BESTAAN"
Onder het monument zijn kokers geplaatst met daarin lijsten met de namen van overleden meisjes en vrouwen die in een van de vijf huizen van de Goede Herder verbleven.
Op de plaquette op de ingangspoort leest de bezoeker: "Op deze begraafplaats rusten zusters van de Goede Herder, meisjes van internaat Larenstein en vrouwen die hier tussen 1897 en 1980 onder de hoede van de zusters verbleven.
Het monument eert alle meisjes en vrouwen die in Leiderdorp, Almelo, Tilburg, Someren, Velp en Bloemendaal bij de Goede Herder zijn geweest.
Het herinnert aan hen die er leden onder het pijnlijk verlies van vrijheid, familie, geluk en identiteit in hun jeugd."
Op 10 december 2022 werd door Zuster Lucie Kabaze, overste van de Zusters van de Goede Herder uit Angers (Frankrijk), nogmaals ‘oprechte excuses’ aangeboden namens de laatste drie Nederlandse zusters en het bestuur dat in Frankrijk is gevestigd. Dit gebeurde bij de onthulling van een monument dat het leed van de 'meisjes van de Goede Herder' wil herinneren.
Op de voet van het monument staat: "NOEM MIJ - BEVESTIG MIJN BESTAAN"
Onder het monument zijn kokers geplaatst met daarin lijsten met de namen van overleden meisjes en vrouwen die in een van de vijf huizen van de Goede Herder verbleven.
Op de plaquette op de ingangspoort leest de bezoeker: "Op deze begraafplaats rusten zusters van de Goede Herder, meisjes van internaat Larenstein en vrouwen die hier tussen 1897 en 1980 onder de hoede van de zusters verbleven.
Het monument eert alle meisjes en vrouwen die in Leiderdorp, Almelo, Tilburg, Someren, Velp en Bloemendaal bij de Goede Herder zijn geweest.
Het herinnert aan hen die er leden onder het pijnlijk verlies van vrijheid, familie, geluk en identiteit in hun jeugd."
Christel Don plaatst bloemen bij het monument
Journalist Christel Don heeft niet alleen een diepgravend en genuanceerd boek over de Goede Herder geschreven, maar toont zich ook heel betrokken bij de meisjes die er verbleven en die er soms ook stierven. Na een inleiding voor belangstellenden op de begraafplaats herdenkt ze de kinderen die op het klooster in Velp gestorven zijn. Voor ieder apart noemt ze naam en leeftijd en plaatst daarna een prachtige roos aan de voet van het monument waar de tekst staat: "NOEM MIJ - BEVESTIG MIJN BESTAAN".
(29 september 2024)
Journalist Christel Don heeft niet alleen een diepgravend en genuanceerd boek over de Goede Herder geschreven, maar toont zich ook heel betrokken bij de meisjes die er verbleven en die er soms ook stierven. Na een inleiding voor belangstellenden op de begraafplaats herdenkt ze de kinderen die op het klooster in Velp gestorven zijn. Voor ieder apart noemt ze naam en leeftijd en plaatst daarna een prachtige roos aan de voet van het monument waar de tekst staat: "NOEM MIJ - BEVESTIG MIJN BESTAAN".
(29 september 2024)